Al van bij het begin van de coronacrisis stelt zich de vraag over de mogelijke fiscale gevolgen voor IPT-premies in de situatie dat een zelfstandige bedrijfsleider zijn bezoldiging verlaagt of zelfs opschort en op nul brengt. De vraag is of de vennootschap daardoor mogelijk de fiscale aftrek van de IPT-premies zou verliezen, omdat ze niet meer zouden voldoen aan de 80 %-regel, en/of er zelfs een belastbaarheid van de premies als voordeel alle aard dreigt, als er geen sprake meer zou zijn van een ‘regelmatige en minstens maandelijkse bezoldiging’.
2020
In december 2020 was er reeds een Circulaire1 verschenen, die voor een specifieke situatie een versoepeling bood voor het jaar 2020.
De versoepeling gold enkel voor bedrijfsleiders die in 2020 een overbruggingsrecht konden genieten2 en gedurende die maanden hun bezoldiging hebben stopgezet.
2021
Nu is een nieuwe Circulaire verschenen4 die de vorige preciseert en aanvult
In het geval de bedrijfsleider geen recht had of heeft op het overbruggingsrecht, of wanneer men geen gebruik maakt van de mogelijkheid geboden door de Circulaire, geldt de gebruikelijke werkwijze voor berekening van de 80 %-regel.
1 Circulaire 2020/C/153 over de berekening van de 80 %-grens van 14/12/2020
2 Daarmee worden de bedrijfsleiders bedoeld waarvoor er tijdelijke maatregelen in het kader van de crisis door COVID-19 van toepassing zijn zoals voorzien in de wet van 23/03/2020 tot wijziging van de wet van 22/12/2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen
3 Via de overlopende rekening van het actief 49 ‘over te dragen kosten’.
4 Circulaire 2021/C/55 - Addendum aan de circulaire 2020/C/153 over de berekening van de 80 %-grens van 10.06.2021
Update your browser to view this website correctly. Update my browser now